Denk aan de invoering van zorg op afstand, monitoring in huis en zorgrobots. En sinds kort gaat het over de opmars van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence).

Er zijn, zo blijkt ook in het dossier van deze TvZ, grote voordelen. Nu al, maar ook in de toekomst. De ontwikkeling van AI gaat zó snel, dat in de Time van maart 2023 werd gepleit voor een moratorium van zes maanden op de doorontwikkeling van krachtige vormen van AI: stoppen voordat het te laat is en AI, zonder dat wij het beseffen, slimmer wordt dan menselijke intelligentie. Terecht?

In ieder geval niet voor de huidige toepassing van AI in de zorg. Is dit wellicht voor het eerst een positief effect van het feit dat de zorg per definitie achterloopt bij de introductie van nieuwe technologieën? Los daarvan: zonder dat we ons er altijd van bewust zijn, maken we al volop gebruik van AI. In de meeste gevallen zijn verpleegkundigen hier goed over te spreken.

Denk aan de betere classificatiesystemen gekoppeld aan ECD’s, aan sensoren in woningen die bewegen, voeding en leefstijl monitoren en interpreteren, aan het klaarleggen van medicatie en het ‘lezen’ van scans. En nog dichter bij huis: het gebruik van smartwatches die continu feedback geven over onze conditie. De lijst is eindeloos en zal de komende jaren enorm groeien.

Recentelijk ontstond bijvoorbeeld de mogelijkheid dementie vroegtijdig te detecteren via de snelheid waarmee mensen de toetsen van hun smartphone gebruiken. Of door simpelweg een intakegesprek (niet vanwege vermoeden van dementie) op te nemen en dat met AI te laten ‘screenen’. Dat is effectief én efficiënt! Dus: laten we er maar aan wennen en er volop gebruik van maken. Nooit als doel op zich, maar altijd als middel of ondersteuning om de beoogde zorgresultaten te realiseren. Veel leesplezier!