Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Interview Roger Ruijters | Een nieuw ecosysteem

adriaansen
Laat wijkzorg en verpleeghuiszorg naar elkaar toegroeien. Roger Ruijters vertelt over de initiatieven van Envida, de organisatie waarvan hij bestuursvoorzitter is.
Roger Ruijters: ‘De samenleving vraagt om een andere inrichting van de zorg’. Foto: Stijn Rademaker

Je bent 20 jaar werkzaam in de VVT-sector in Zuid-Limburg. Wat is jouw belangrijkste drijfveer?

‘Van oorsprong ben ik verpleegkundige. Ook nu als bestuurder wil ik graag iets kunnen bijdragen aan het leven van mensen in een kwetsbare positie. Om die reden ben ik al vrij vroeg in mijn carrière overgestapt van het toenmalige Academisch Ziekenhuis Maastricht naar de ouderenzorg, in eerste instantie naar zorgaanbieder Meander in Parkstad.

Sinds vijf jaar ben ik bestuurder van Envida, een VVT-organisatie met als werkgebied Maastricht en het Heuvelland. Om als bestuurder een betrouwbaar kompas in de organisatie te kunnen zijn én om in de regio invloed uit te kunnen oefenen ten gunste van die organisatie, is het belangrijk om meerdere jaren aan te blijven. Ik vind het mooi hoe ik met mijn verpleegkundige DNA ook van betekenis kan zijn op bestuursniveau.’

Heb je dat ook structureel georganiseerd?

‘Behalve een verpleegkundige adviesraad hebben we bij Envida twee verpleegkundige chief nursing officers aangesteld. Zij schuiven regelmatig aan de bestuurstafel aan om gevraagd en ongevraagd advies te geven over zorginhoudelijke vraagstukken. De ene richt zich op de verpleeghuiszorg, de andere op de zorg in de wijk. Verpleegkunde is een cruciale discipline die vertegenwoordigd moet zijn en zeggenschap verdient op het hoogste niveau.

We werken sinds kort ook met senior wijkverpleegkundigen, die naast inhoudelijk leiderschap een aantal leidinggevende taken hebben. Dergelijke ontwikkelingen lukken op sommige plekken goed en hebben elders soms nog wat tijd nodig. Het is een beweging die eigenlijk nooit klaar is. Maar dat is tegelijkertijd ook het mooie ervan. Ik ben ervan overtuigd dat deze beweging ieders beroepsleven leuker maakt.’

De toekomst van de ouderenzorg ziet er niet rooskleurig uit, de arbeidsmarkt is zorgelijk

‘Ik ben helemaal niet zo bang voor die arbeidsmarkt, ik kijk daar met een andere bril naar. We hebben volgens mij geen arbeidsmarktprobleem. Dat lijkt zo als je er op de traditionele manier naar kijkt, vanuit de systeemwereld. Voor eenvoudige vragen hebben we moeilijke oplossingen bedacht en we drijven daardoor steeds verder af van de leefwereld van mensen.

We hebben niet te maken met een arbeidsmarktprobleem, maar met een organisatievraagstuk. Maar het is niet zo ingewikkeld: hoe zetten we medewerkers zo efficiënt mogelijk in, hoe houden we hen gemotiveerd en hun deskundigheid op peil? Mijn persoonlijke missie is om te komen tot een nieuw ecosysteem, zodat er een evenwicht ontstaat tussen vraag en aanbod. De zorg zit nu in een soort survivalmodus, gericht op het oplossen van dagelijkse problemen. Dat is niet vol te houden.’

Wat betekent dit voor de rol van de hbo-verpleegkundige?

Rutger Ruijters, voorzitter RvB Envida
Foto: Stijn Rademaker

‘Hbo-opgeleide verpleegkundigen zijn cruciaal voor de werk- en denkkracht in de organisatie. Zij moeten als coach van de medewerker kunnen fungeren, goed met de behandelaar kunnen samenwerken en de kwaliteit van zorg kunnen monitoren. Wijkverpleegkundigen moeten zichtbaar zijn in de wijk. Wanneer ze meewerken, is het uitoefenen van participerend leiderschap belangrijk. Tegelijk moet het werken in de wijk aantrekkelijker worden.

Momenteel komen veel welzijnsproblemen als eenzaamheid en verwaarlozing bij onze wijkverpleegkundigen terecht, maar die kunnen dat niet oplossen. Ze kunnen wel de regie voeren over het organiseren van een samenspel tussen professional, mantelzorg, community en de inzet van technologie om dergelijke problemen te kunnen aanpakken. In een aantal wijken lukt dat al, geïnitieerd door het maatschappelijk ondernemerschap van wijkverpleegkundigen.’

Welke oplossing draagt Envida aan voor de ouderen?

‘Wij geloven in een andere inrichting van de zorg, waarbij wijkzorg en verpleeghuiszorg naar elkaar toegroeien. De samenleving vraagt daar ook om. Zo werken we al in Residentie Gerlachus in Maastricht. Dit is een appartementencomplex waar 24-uurszorg wordt aangeboden met één breed samengesteld team van zorg- en welzijnsmedewerkers.

De bewoners van de 130 appartementen wonen niet bij Envida, maar huren van een samenwerkingspartner. Er wonen mensen die (nog) geen zorg nodig hebben, mensen die wijkzorg krijgen en mensen met een volledig pakket thuis (VPT). Bijzonder is dat Envida sinds juli 2022 zelf 20 van de 130 appartementen huurt. Deze zijn speciaal bedoeld voor mensen die eigenlijk niet langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen, maar voor wie het verpleeghuis nog een brug te ver is; zij wonen ieder in een eigen appartement, met een verpleeghuisindicatie.

In het team zit een regieverpleegkundige die zowel de indicatie doet voor de wijkverpleging als de kwaliteit van de zorg in het complex bewaakt. Verder wonen er 15 studenten met wie Envida een woonwerkovereenkomst voor 12 uur per week heeft. Zij volgen een hbo- of wo-zorg-gerelateerde opleiding. Envida heeft ze daarnaast opgeleid tot basiszorgverlener, zodat ze deel kunnen uitmaken van het zorgteam en een groot deel van de ADL-ondersteuning zelfstandig kunnen doen.

Zij vormen de eerste schil op het gebied van welzijn en gemaksdiensten. Zo ontstaat er een intergenerationeel complex, een nieuwe vorm van samenwonen waarin de bewoners elkaar helpen. We bieden ook het volledig pakket thuis bij inmiddels 450 cliënten met een verpleeghuisindicatie. We doen dit zowel geclusterd, in een complex, als ongeclusterd, in de wijk. Via woonzorgzones willen we dit meer gaan verbinden, zodat het kleinste verpleeghuis écht achter je eigen voordeur kan liggen. We willen in de toekomst meer van dergelijke woonzorgzones inrichten, waarbij welzijn voorop staat en mensen de eigen regie kunnen blijven behouden.

‘Deze zorg past bij een nieuwe generatie ouderen’

Daarnaast zijn er hybride vormen mogelijk waarbij mensen met een VPT afwisselend drie dagen in het verpleeghuis wonen en vier dagen thuis. Ook technologie maakt het vaak mogelijk dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Deze zorg past bij een nieuwe generatie ouderen die hun autonomie en eigen regie wil behouden en de menselijke maat belangrijk vindt. En die benadering moet beschikbaar zijn voor iedere oudere, ongeacht zijn portemonnee.’

Er wordt veel geklaagd over het toenemende aantal zzp’ers in de zorg die de onaantrekkelijke diensten overlaten aan het vaste personeel

‘Ik zie zzp’ers als complementair aan de vaste medewerkers in loondienst. Het zijn professionals met een ondernemende instelling en met een flexibiliteit die we goed kunnen gebruiken. Ook hen zetten we in waar ze goed in zijn. Bepaalde routes worden ingevuld door een klein team van zzp’ers die verzorgenden IG zijn. Maar zzp’ers zijn bijvoorbeeld ook waardevol bij een cliënt met ALS, die veel intensieve dagelijkse zorg behoeft, maar met een klein aantal zorgverleners.’

Wat biedt Envida medewerkers om ze gemotiveerd en met plezier te laten blijven werken?

‘Uitgangspunt is dat iedere medewerker in staat moet worden gesteld om te doen waar hij goed in is en baas te zijn over zijn eigen werk. We haken aan op wat hij daarvoor nodig heeft. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor de leidinggevenden. We hebben veel aandacht voor jobcarving, waarbij taken en werkzaamheden opnieuw verdeeld worden, met name van zorg naar hospitality en van zorg naar welzijn. Dat houdt in dat er mensen met andere deskundigheden dan de traditionele zorgdeskundigheid worden aangenomen en nieuwe combinaties van werkzaamheden ontstaan. Ook mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt zijn bij ons welkom; wij kunnen ze een passend zij-instromers traject aanbieden.

Natuurlijk vragen die veranderingen iets van medewerkers, cliënten en familieleden. Ze moeten wennen aan de nieuwe realiteit. Het is belangrijk aan de keukentafel het goede gesprek te voeren met de cliënt en diens familie en te kijken wat zij werkelijk belangrijk vinden. In een aantal gevallen is dat vooral huishoudelijke hulp. Maar de verpleegkundige moet ook gaan praten met de huisarts, omdat hij niet zomaar meer beloften aan zijn patiënten kan doen over de inzet van thuiszorg. En we zetten natuurlijk in op het toepassen van technologie, variërend van medicijndispensers en beeldschermzorg tot een slimme vloer die in beeld brengt wat het probleem is bij mensen met een hoog valrisico.’

Leidt dit ook tot een andere manier van opleiden van medewerkers?

‘De praktijk moet weer leidend worden, waardoor nieuwe medewerkers graag bij ons willen komen werken. Het leren moet een vast onderdeel van de zorgverlening worden. We volgen bij het leren en ontwikkeltraject van onze medewerkers de zogenaamde 70-20-10-benadering. 70 procent van het leren vindt plaats on the job; je leert van je fouten in de praktijk en kunt daar nieuwe dingen uitproberen. 20 procent gebeurt via sociale interactie, coaching en directe feedback. En 10 procent vindt plaats via formele trainingen, die ook de vorm van e-learnings of video’s kunnen hebben.

‘De inzet van semi-professionals zal toenemen’

De huidige opvatting dat er voor veel eenvoudige handelingen minstens mbo-niveau-3-deskundigheid nodig is, vind ik echt onzin. Ik denk dat in slechts 30 procent van alle handelingen een opleiding met een hoger bekwaamheidsniveau nodig is, mits onder supervisie van een verpleegkundige uitgevoerd. De complexiteit van de context is vaak belangrijker dan de ingewikkeldheid van de handeling. Onder het motto ‘bekwaam is bevoegd’ zal de inzet van semi-professionals dus toenemen. Uitgangspunt wordt aantoonbare bekwaamheid. Wij hebben goede ervaringen met een Academie voor Cliënt en Mantelzorg, waarin mantelzorgers allerlei bekwaamheden kunnen aanleren. Dat maakt voor hen de zorg voor hun naaste gemakkelijker, met altijd ons wijkteam als vangnet.’

Je vindt het belangrijk dat de zorg toekomstbestendig is

‘Ik wil iets achterlaten wat toekomstbestendig is. Zuid-Limburg is koploper in de vergrijzing. Er komen meer ouderen die ook nog eens meer zorg nodig hebben. Bovendien wordt de zorgvraag complexer. Dus hebben we behoefte aan nieuwe oplossingen, die recht doen aan de veranderende wensen van de ouderen en tegelijkertijd de werkdruk voor de zorgprofessional verlagen. We willen een toekomstbestendige ouderenorganisatie zijn, waarbij niet de organisatie maar het organiseren in een samenwerkingsketen het belangrijkste is. De ouderen van nu willen graag zo lang mogelijk thuis blijven wonen.

Zo bereiken we dat ouderen met een eigen netwerk langer thuis kunnen blijven, waarbij het netwerk ondersteund moet worden via gemaksdiensten, soms de aanwezigheid van bijvoorbeeld een zorgnanny en de mogelijkheid tot deeltijdverblijf in het verpleeghuis. In de toekomst zie ik een hybride verpleeghuis voor me. Er wonen kwetsbare mensen met een verpleeghuisindicatie dicht bij elkaar in de buurt, met de wijkverpleegkundige als casemanager. Het kleinste verpleeghuis bevindt zich achter je eigen voordeur, maar is niet voor iedereen tot aan het levenseinde weggelegd. Laten we daarom dat ‘gewone’ verpleeghuis, dat 24-uurszorg biedt in een beschermende omgeving, blijven koesteren.’

CV

Werkzaamheden 

2018 – heden Voorzitter raad van bestuur Envida, Maastricht/Heuvelland
2006 – 2018 Eerst lid en later voorzitter raad van bestuur MeanderGroep Zuid Limburg
1995 – 2002 Directeur gecombineerd verpleeghuis Hamboskliniek (onderdeel van de Meandergroep), Kerkrade
1991 – 1995 Clustermanager Academisch Ziekenhuis Maastricht

Opleiding

2017 – 2018 Opleiding voor Voorzitters Raden van Toezicht, NVTZ, Utrecht
2000 – 2002 Master of Business Administration, Avans Hogeschool, Tilburg
1988 – 1991 Gezondheidswetenschappen, Universiteit Maastricht
1978 – 1982 HBO-V