Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Dossier Continuïteit van zorg | Bewegingsgerichte zorg

Continuïteit in de zorg rondom bewegen is belangrijk om functieverlies van ziekenhuispatiënten tegen te gaan. Bewegingsgerichte zorg voorkomt dat iedere verpleegkundige een eigen aanpak hanteert.  
Foto: Andrey Popov / stock.adobe.com

Een ziekenhuisopname brengt vaak een groot risico op functieverlies voor patiënten met zich mee. Niet alleen vanwege de medische problemen waarvoor patiënten opgenomen zijn, maar vooral ook doordat ze inactief zijn. Zij liggen of zitten meer en langer in bed of stoel dan zij thuis gewend waren. Het functieverlies dat zo ontstaat is onwenselijk, omdat patiënten hierdoor minder zelfredzaam worden. Dit kan ertoe leiden dat patiënten ook na een ziekenhuisopname meer afhankelijk van zorg worden.1 De verpleegkundige kan een belangrijke rol vervullen in het voorkomen hiervan. Niet voor niets wordt het motiveren en stimuleren van fysieke activiteit van patiënten tot behoud van hun functioneren gezien als essentiële verpleegkundige zorg.2

‘Vergroot eenduidigheid in handelen’

In het ziekenhuis geven steeds vaker verschillende zorgverleners zorg, zowel binnen het verpleegkundige team als het multidisciplinaire team. De wisselende diensten en het multidisciplinair samenwerken hebben als consequentie dat de eenduidigheid in de zorg en goede afstemming over ieders rol en activiteiten niet vanzelfsprekend zijn. Ook denken verpleegkundigen verschillend over welke taken en verantwoordelijkheden voor bewegingsgerichte zorg passen bij het verpleegkundige vakgebied. Deze factoren dragen eraan bij dat de zorg afhankelijk wordt van individuele opvattingen van verpleegkundigen en andere zorgverleners. Continuïteit in de zorg rondom bewegen is belangrijk om functieverlies tegen te gaan. Om te voorkomen dat iedere verpleegkundige hier een eigen aanpak voor heeft, zijn er zorgbenaderingen waarmee gewerkt kan worden.

Fysiek actief in ADL-zorg

Bewegingsgerichte zorg richt zich op het stimuleren van en samenwerken met patiënten door verpleegkundigen in nauwe afstemming met het multidisciplinaire team. Er is een cultuuromslag: van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen met de patiënt’. Voorbeelden van interventies die gericht zijn op het leveren van bewegingsgerichte zorg: Function Focused Care in Hospital (FFCiH) en reablement.

FFCiH is erop gericht fysieke activiteit te bevorderen door eenduidigheid in handelen te vergroten. Niet alleen bij verpleegkundigen, maar ook in het multidisciplinaire team. Binnen FFCiH is specifiek aandacht voor dagelijkse zorgmomenten, zoals wassen, kleden en mobiliseren. In FFCiH wordt bovendien niet alleen gefocust op de uitvoering van zorg, maar ook op oorzaak, problemen, doelen en op mogelijke activiteiten bij ADL en mobiliteit. Het heeft dus invloed op zowel het ‘denken’ als het ‘doen’ tussen verpleegkundigen en tussen de disciplines binnen het multidisciplinaire team.

De interventie FFCiH bestaat uit vier componenten (zie figuur 1). De eerste component is: het afdelingsbeleid en de afdelingscultuur gescreend op hoe de situatie nu is (component: beoordeling beleid, cultuur en omgeving). De tweede component: verpleegkundigen worden geschoold in hoe zij bewegingsgerichte zorg in de praktijk kunnen brengen en andere disciplines worden geïnformeerd (component: onderwijs en informeren). De derde component is: er worden sámen met de patiënt doelen opgesteld, gericht op wassen, kleden en mobiliseren, waar tijdens de ziekenhuisopname aan gewerkt wordt (component: doelen stellen met de patiënt). De vierde component: verpleegkundigen en patiënten worden gecoacht en gemotiveerd en de scholing wordt waar nodig herhaald (component: motiveren en mentoring).3,4

Figuur 1: Schematische weergave van bewegingsgerichte zorg (naar: Kok (2021))

FFCiH: succes en kansen

In Nederland hebben wij FFCiH geïmplementeerd op de afdelingen neurologie en ouderengeneeskunde van twee ziekenhuizen. In ons onderzoek bereikten patiënten veel eerder hetzelfde niveau van functioneren dan de controlegroep die de gebruikelijke zorg ontving. Daardoor daalde hun opnameduur met maar liefst drie tot vier dagen.1 Daarnaast gingen patiënten die zorg volgens FFCiH kregen vaker met ontslag naar huis dan patiënten aan wie de gebruikelijke zorg werd verleend, die vaker naar een (tijdelijke) instelling gingen.1

‘De opnameduur daalde met drie tot vier dagen’

Veranderen blijft een complex proces, dat bleek ook uit onze procesevaluatie van de implementatie van FFCiH. Ondanks de positieve en veelbelovende resultaten is er meer aandacht nodig voor optimale implementatie in de praktijk, want de mate waarin FFCiH opgenomen is in het dagelijkse handelen van verpleegkundigen blijkt niet optimaal.4 Ook blijken verpleegkundigen tegenstrijdige opvattingen te hebben over de toepassing van FFCiH. Enerzijds ervaren zij FFCiH als een aanpak die past bij de essentie van het verpleegkundig domein. Bovendien vinden zij hun dagelijkse confrontatie met inactieve patiënten de belangrijkste bevorderende factor om FFCiH toe te passen. Aan de andere kant nemen verpleegkundigen, ondanks de afspraken in het zorgplan, activiteiten over van patiënten. Daar komt bij dat verpleegkundigen de betrokkenheid van het multidisciplinaire team missen bij de toepassing van FFCiH, maar dat zij zelf geen initiatief namen om dit te stimuleren. Dit zou erop kunnen wijzen dat bij een nog betere implementatie patiënten nog meer profijt van FFCiH kunnen hebben.

Verpleegkundigen aan zet

De veelbelovende uitkomsten uit de effectstudie, maar ook de uitdagingen voortgekomen uit de procesevaluatie bieden goede uitgangspunten voor vervolgonderzoek. Kunnen we de implementatie van FFCiH verbeteren door de zeggenschap van verpleegkundigen bij toepassing van FFCiH te vergroten? En hoe kunnen zij het multidisciplinaire team actief daarbij betrekken? Met die vragen is recentelijk het door ZonMw gefinancierde project ‘Nurses in the lead’ gestart in het LUMC en Erasmus MC. Daar wordt FFCiH geïmplementeerd in de dagelijkse zorg op interne en chirurgische afdelingen. De thema’s verpleegkundig leiderschap en zeggenschap, ook in de afstemming en samenwerking met het multidisciplinaire team, staan centraal in de nieuw te ontwikkelen implementatiestrategie van FFCiH. Daarmee kunnen verpleegkundigen ook in the lead zijn bij het vergroten van de eenduidigheid in bewegingsgerichte zorg van verpleegkundigen onderling én in het multidisciplinaire team. Zo blijven we ‘in beweging’, op weg naar evidence-based zorg waar wij trots op kunnen zijn én die beter is voor onze patiënten.

Referenties

  1. Kok S, Schoonhoven L, Vernooij LM, e.a. The effectiveness of Function Focused Care among patients acutely admitted to hospital – a stepped wedge cluster trial. 2024. [paper submitted]
  2. Kitson A, Conroy T, Wengstrom Y, e.a. SCHOLARLY PAPER: Defining the fundamentals of care. Int J Nurs Pract 2010;16(4):423-434.
  3. Resnick B, Boltz M, Galik E. Restorative care nursing for older adults: A guide for all care settings. Second edition ed. New York: Springer Publishing Company; 2012.

4   Kok S, Man de-Ginkel van JM, Verstraten C, e.a. Function focused care in hospital: A mixed-method feasibility study. International Journal of Nursing Studies Advances 2021;3:100045.