Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Wie bepaalt hoe een verpleegkundige rapporteert?

Yolanda Stil
Over twee jaar moet de elektronische verpleegkundige overdracht een feit zijn. Marjolein Schouten en Pieterbas Lalleman waarschuwen dat informatietechnologie ons niet mag voorschrijven hoe wij moeten werken.
Beeld: Pixabay / Peggy und Marco Lachmann-Anke

Achter de schermen wordt hard gewerkt om over twee jaar de elektronische verpleegkundige overdracht voor elkaar te krijgen. Daarin vormen de mogelijkheden vanuit informatietechnologie (IT) versus de wensen vanuit zorgverleners zoals verpleegkundigen en verzorgenden een hoofdbreker: ‘Het lijkt de ver-van-mijn-bed-show, maar het raakt aan de kern van ons beroep’, zeggen Marjolein Schouten en Pieterbas Lalleman.

Puzzel

Zij zijn als voorzitter van respectievelijk Stichting VDIR en Stichting Omaha System Support nauw betrokken bij de manier waarop de elektronische overdracht (e-Overdracht) er straks uit komt te zien. Een puzzel! Voor de eOverdracht is enerzijds een technische basis nodig waar verpleegkundigen verder geen kennis van hoeven te hebben. Anderzijds moet een gebruikerskant worden ontwikkeld waar verpleegkundigen en andere zorgverleners hun overdracht van bijvoorbeeld de wijkverpleging naar het ziekenhuis kunnen doen, zonder dat er verlies van relevante zorginformatie is.

Eenduidige overdracht

Voor de technische ondersteuning is de keuze gevallen op SNOMED CT. Dit internationale codestelsel bestaat uit zo’n 330.000 termen. De Kernset patiëntproblemen, ontwikkeld door V&VN, is een selectie uit deze termen. Ze zijn naar het Nederlands vertaald en kunnen relevant zijn voor de overdracht van patiënten van de ene naar de andere zorgcontext. Begrippen uit bijvoorbeeld Nanda-I en Omaha System worden hiervoor achter de schermen ‘vertaald’ naar SNOMED CT, waardoor een eenduidige overdracht ontstaat.

Dat gaat niet zomaar. Samen met V&VN en Nictiz (de Nederlandse kennisorganisatie voor digitale informatievoorziening in de zorg) hebben vertegenwoordigers van Stichting VDIR en Stichting Omaha System Support een eerste analyse gedaan om termen uit Nanda-I en Omaha System te mappen met elkaar én met SNOMED CT. De 50 meest gebruikte diagnoses in NANDA-I en de 50 meest gebruikte aandachtsgebieden of signalen/symptomen in Omaha System werden onderzocht. Een aantal aandachtsgebieden of signalen/symptomen uit Omaha System is via de Kernset patiëntproblemen over te dragen naar NANDA-I-diagnoses en vice versa, maar een aantal ook niet. Rechtstreekse mapping tussen Omaha System en NANDA-I termen leverde meer resultaten op, al konden niet alle termen één-op-één gemapt worden.

Ten koste van Nanda-I en Omaha System

Omdat het mappen geen eenvoudige zaak is, adviseert Nictiz het ministerie van VWS om SNOMED CT als algemene taal te gebruiken voor de overdracht van zorginformatie. Daarnaast moet de verpleegkundige volgens het adviesrapport van Nictiz de verpleegkundige verslaglegging van de stappen van het zorgproces – zorgvraag, zorgdoelen en interventies – met SNOMED CT gaan doen. Dat gaat ten koste van de wetenschappelijk onderbouwde en gevalideerde classificatiesystemen als Nanda-I en Omaha System.

Niet alles overdragen

Lalleman legt uit waarom dat geen goed idee is: ‘Dat niet alles met elkaar gemapt kan worden, is geen reden te besluiten wetenschappelijk onderbouwde verpleegkundige classificaties zoals Nanda-I en Omaha System als ongeschikt te bestempelen voor de eOverdracht, en daarmee het gebruik van classificaties uit te faseren. Het gebruik van Nanda-I en Omaha System in verschillende zorgsettings is onlosmakelijk verbonden met het verpleegkundig klinisch redeneren. Juist dát maakt dat binnen de verpleging en verzorging een enorme kwaliteitsslag gemaakt kan worden. Lang niet alles hóeft ook straks met de Kernset/SNOMED CT gemapt te kunnen worden.’

Hij geeft een voorbeeld: ‘Neem het ontslag van een patiënt uit het ziekenhuis naar de wijkverpleging. Dan is het helemaal niet nodig het volledige verpleegkundig dossier over te dragen. Slechts de informatie die relevant is voor de wijkverpleegkundige of verzorgende om in de thuissituatie een nieuw zorgplan op te stellen, is dan noodzakelijk. Daarin kan nu al een heleboel.’

Verband en context verloren

Schouten: ‘Met gebruik van alleen termen van de problemen of aandoeningen uit de Kernset/SNOMED CT gaan het verband en de context van zorg verloren. Welke verpleegkundige bevindingen leiden tot het vaststellen van een bepaalde diagnose of zorgvraag? En welke zorgdoelen en interventies komen daaruit voort? Klinisch redeneren met behulp van een classificatie verbetert de kwaliteit van zorg en geeft je handvatten om dat ook te vervolgen. Bij SNOMED CT ontbreken deze onderlinge verbindingen. We moeten als verpleegkundigen en verzorgenden trots zijn op onze classificaties! En beseffen dat we door het werken met een classificatiesysteem veel meer regie over ons eigen werk hebben, relevante data opbouwen en weg kunnen blijven van afvinklijstjes. Het kan niet zo zijn dat informatietechnologie ons gaat voorschrijven hoe wij moeten werken.’

Ziel verdwijnt uit werk

Lalleman: ‘Als informatietechnologie leidend wordt, verdwijnt de ziel uit ons werk. Dan worden we orderslaven. Het gebruik van classificaties bevordert de eenheid van taal binnen de zorgcontext. Daardoor kunnen we binnen de eigen organisatie veel beter zorgplannen maken, beter rapporteren en beter overdragen. Daarbij maakt die eenheid van taal, door het als data te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek, het ook weer mogelijk de kwaliteit van zorg op andere wijzen te verbeteren. Als verpleegkundigen en verzorgenden moeten we stáán voor ons vak. Dus agendeer je zorgen bij de VAR, Verpleegkundige Staf, je CNIO en beroepsgroepvertegenwoordiger V&VN. Overdragen kan prima met ondersteuning van SNOMED CT, maar voor vastleggen hebben we onze eigen taal nodig.’

1 REACTIE

  1. De verpleegkundige beroepsgroep is de grootste groep aan medewerkers in de zorg. De aangekondigde plannen hebben een enorme impact op het werk van de verpleegkundigen en gaat ze ALLEMAAL aan. Daarbij: de primaire focus van de gepresenteerde plannen ligt op de (verpleegkundige) overdracht. De ‘knappe koppen’ beseffen echter niet dat de overdracht slecht een klein (misschien wel het kleinste) onderdeel binnen het gehele verpleegkundig proces is: gegevens opvragen, diagnosticeren, zorgresultaten bepalen, interventies plannen en uitvoeren en vervolgens het geheel (zo mogelijk met de patiënt) evalueren en verbeteren. Hiermee wordt de kwaliteitsverhogende PDCA-cyclus doorlopen. Pas op het moment dat een patiënt/client naar een ander zorgsetting verhuist dient de zorg te worden overgedragen en wenselijk op een manier waarbij de ontvanger de overgedragen zorg naadloos kan continueren voor zover dat in die omgeving nodig is.
    Dat in de plannen echter wordt voorgeschreven dat de verpleegkundige in alle onderdelen van het verpleegkundig proces moet vastleggen middels dezelfde ‘taal’ als voor de overdracht nodig is, gaat totaal voorbij aan alles waar de verpleegkundige zorg voor staat! Registratie volgens SNOMED-CT betekent: geen onderlinge verbanden tussen de onderdelen van het verpleegkundig proces, klinisch redeneren is (vrijwel) niet mogelijk omdat SNOMED registraties beperkt tot afvinklijstjes. De context waarin bepaalde registraties worden gedaan zal ontbreken (bv de toevoeging dat de wondverzorging door een verstandelijk bepekte patient gebeurt, de sociale omgeving proplemen oplevert bij de patient, etc.).
    Net zoals de verpleegkundigen dit vroege voorjaar hebben gestreden voor een betere CAO moeten we nu ook samen optrekken om dit niet te laten gebeuren! Het gaat ons en ons vak aan.
    Wat daarbij zou helpen is als onze beroepsvereniging (V&VN) zich hier ook duidelijk over uitspreekt en achter de verpleegkundigen staat (zoals tot nu toe nog niet te horen is).