V&VN-voorzitter Bianca Buurman: ‘Er is dus een heel groot arbeidspotentieel van zorgblijvers dat we nog kunnen aanspreken. Dan moeten werkgevers dat doorwerken wel zo goed mogelijk faciliteren. Tegelijkertijd kun je aan deze uitkomst zien dat het echt tof is om in de zorg te werken.’
Al op jonge leeftijd
V&VN heeft een ledenpeiling gedaan onder ruim 2.000 verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten. Daaruit komt ook naar voren dat meer dan vier op de tien verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten al op jonge leeftijd wisten dat ze in de zorg wilden gaan werken. De meesten noemen een ervaring in de omgeving als inspiratiebron. Bijvoorbeeld een zieke opa, een moeder die ‘zuster’ was of meehelpen bij het zorgen voor een familielid of buur.
Trots op het vak
Echt iets kunnen betekenen voor iemand anders. 73 procent van de verpleegkundigen en verzorgenden noemt dat als reden om in de zorg te werken. Zij konden meer drijfveren aangeven. ‘Bijdragen aan de gezondheid, zelfredzaamheid van iemand’ is voor 55 procent een reden. ‘Contact met mensen’ wordt door 37 procent genoemd. Zorgprofessionals oefenen hun vak uit met passie: 93 procent is trots op het vak.
V&VN-voorzitter Bianca Buurman: ‘Bijna driekwart zegt het werk te doen omdat ze iets betekenen voor mensen op kwetsbare momenten. Ze vinden het dankbaar en motiverend werk. Ruim de helft geeft aan in de zorg te werken omdat ze zo bijdragen aan de gezondheid, zelfredzaamheid en kwaliteit van leven van hun patiënt of cliënt.’
Dalende instroom tegengaan
V&VN pleit ervoor dat álle jongeren structureel in aanraking komen met de zorg. Daartoe moet een nationaal plan worden ontwikkeld. Dat zou de dalende instroom in de opleidingen tot verpleegkundige en verzorgende IG tegengaan. Buurman: ‘Niet alleen via campagnes, maar met échte ervaringen, zoals een maatschappelijke stage van een paar dagen.’