Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘De persoonlijke ontmoeting is niet altijd het beste’

Yolanda Stil
‘Verpleegkundigen zullen er aan moeten wennen dat artificial intelligence onderdeel van hun werk wordt. Niet als ernaast, maar wel degelijk ter vervanging van.’ Bij haar afscheid als lector aan de HAN liet Marian Adriaansen geen ruimte voor twijfel. Technologie is here to stay.
Marian Adriaansen nam 16 juni afscheid als lector van de HAN.

Na 35 jaar nam Marian Adriaansen 16 juni afscheid van de HAN, na een veelzijdige loopbaan als docent, afdelingsdirecteur Verpleegkunde, onderzoeker en lector Langdurige Zorg en Innovatie in de Care. Ter gelegenheid van haar afscheid presenteerde de HAN een feestelijk programma.

‘Gevoel van urgentie niet laten wegzakken’

Willen we de zorg de komende jaren blijven bieden met de kwaliteit van nu, dan moet in 2030 1 op de 5 werknemers kiezen voor de zorg en in 2040 1 op de 4. Maar nu al hebben zorgorganisaties moeite om de roosters rond te krijgen. Dat maakt de inzet van technologie en artificial intelligence (AI) hoogstnoodzakelijk. Adriaansen (naast lector hoofdredacteur van TvZ): ‘Corona heeft de noodzaak van het gebruik van technologie onderstreept, maar we moeten oppassen dat dit gevoel van urgentie niet wegzakt.’

Koude techniek met warme zorg

Adriaansen: ‘Verpleegkundigen vinden het schokkend van patiënten te horen dat ze soms liever door een robot verzorgd willen worden dan door een verpleegkundige. Maar bijvoorbeeld wassen voelt soms zo intiem voor de patiënt, dat juist een robot als veiliger wordt ervaren. Uitgangspunt van verpleegkundigen is veelal dat de persoonlijke ontmoeting altijd het beste is. Dat dat niet altijd zo is, vereist een andere mind-set, waarin we wennen koude techniek aan warme zorg toe te voegen.’

Artifical intelligence komt in het takenpakket van verpleegkundigen niet ernaast, verwacht Adriaansen. AI gaat wel degelijk taken vervangen. We moeten wel. Laten we bovendien niet vergeten wat AI en de data die dat opbrengt kan betekenen voor preventie. Als je eerder in een proces al kunt laten zien wat de consequenties van bepaalt gedrag zijn, zullen gezondheidsadviezen beter worden opgevolgd en effectiever zijn.’

Implementatieprobleem

Adriaansen: ‘Tegelijkertijd moeten we ook doen aan verwachtingsmanagement: Technologie brengt niet altijd succes. Misschien dat de helft van de innovaties uiteindelijk mislukken. Maar dat moet ons niet weerhouden te blijven innoveren. Daarbij moeten we ook van elkaar willen leren. In de zorg hebben we de neiging allemaal te denken dat we uniek zijn. Dat we zelf het wiel weer opnieuw moeten uitvinden. We hebben in Nederland een enorm implementatieprobleem. Natuurlijk moeten we ook kritisch blijven.  Als een robot viermaal zegt dat je je medicijnen moet innemen, dan neemt iemand met dementie 4 keer die medicijnen in. Het is dus zaak te kijken hoe en waar je technologie inzet.’

Ontwikkelingen in het onderwijs

Adriaansen, gevraagd naar waar het verpleegkundig onderwijs over 10 jaar staat:  ‘Je ziet nu al een duidelijke verschuiving van de tweede naar de eerstelijns zorg. Dat zal nog verder doorzetten. Verder zal het gebruik van data toenemen met de uitdaging deze vooral ten dienste de stellen van juist nog persoonlijker zorg. Dat vereist nog sterkere verbinding tussen de verschillende activiteiten binnen het beroep. Maar voor studenten is dat niet nieuw. Zij zijn al zo gewend dat data verweven zijn met hun dagelijks leven. Als zij weer uitstromen in het werkveld verspreidt zich dat als een olievlek.’