Dossier Continuïteit van zorg | Interview met Brigit Carter over diversiteit en inclusie | 40 jaar verplegingswetenschappers | Toptalent Neurofibromatose type I | Nuttige registratielast | Beter doen/laten: Eenzaamheid | In de spotlight | De regierol versterken | Het essentiële Zorg-raamwerk | Verslaving: impact op naasten | Familieparticipatie op de IC | De Meetlat: Focusgroep
Bij een focusgroep verzamelt de onderzoeker informatie door met een groep deelnemers in discussie te gaan over een specifiek onderwerp.
Eryn Harte onderzocht in hoeverre verpleegkundigen overbelasting bij mantelzorgers van oncologische patiënten kunnen signaleren en daarvoor interventies inzetten.
Ons leven wordt grotendeels beheerst door routines. Sommige zijn nuttig, andere niet. Het zijn vaste patronen die er enerzijds voor zorgen dat we functioneren en ons anderzijds in slaap doen vallen.
De Amerikaanse verpleegkundige Brigit Carter spreekt op 23 mei tijdens het Anna Reynvaan Event over diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie. Een voorproefje.
Bespreking van het proefschrift van Laura Buiteman over geautomatiseerde beademing.
Met dit onderzoek keken we naar de gevolgen van het hebben van familieleden met verslavingsproblemen voor de gezondheid, het middelengebruik, sociale leven en studiesucces van studenten.
Hoe kunnen ziekenhuizen succesvol functiedifferentiatie invoeren? Het RN2Blend-consortium heeft onderzoek gedaan om dit beter te begrijpen.
Sarah van Dijk is een van de verpleegkundigen die recentelijk van ZonMw een subsidie hebben ontvangen voor het uitbouwen van een eigen onderzoekslijn. Met haar onderzoek wil zij een ziekte-specifieke meetmethode ontwikkelen voor kwaliteit van leven bij volwassenen met neurofibromatose type 1.
Het is 40 jaar geleden dat de eerste groep verplegingswetenschappers afstudeerde. Acht waren het er. Dit artikel belicht de prille geschiedenis van verplegingswetenschap in Nederland en de latere ontwikkelingen.
In de rubriek Beter laten & beter doen komt een handeling aan bod die niet of juist wel bewezen voordelen heeft. Deze keer: screening en casefinding bij eenzaamheid.
Deze studie onderzocht de behoeften en ervaringen van voormalige IC-patiënten en naasten op het vlak van familieparticipatie in de essentiële zorg op de IC en keek naar de factoren om deze familieparticipatie te kunnen beïnvloeden.
Afgelopen najaar maakten we een theatershow op maat voor een ouderenorganisatie. Tijdens een oefensessie kregen we het over een van de kernwaardes, namelijk ‘passievol’. Tja, wat is eigenlijk passie?
Verpleegkundigen hebben de potentie hun beroep krachtig te vertegenwoordigen in media.
Verpleegkundigen uit drie landen hebben het Essentiële Zorg-raamwerk beoordeeld. Ze vinden het herkenbaar en bruikbaar. Hoe kan het raamwerk jou helpen om goede zorg te leveren en te staan voor je vak?
Het LUMC kent het programma Academische Verpleegkunde, met als centraal thema continuïteit van zorg. Het programma kan niet volledig zijn zonder integratie in het onderwijs.
Contact is een voorwaarde voor het ontwikkelen van een zorgrelatie. Voor patiënten zijn daarin weerkerende contactmomenten belangrijk: contacten met dezelfde zorgverlener. In een algemeen ziekenhuis onderzochten we hoe het ervoor staat met deze contacten.
Hoe langer iemand dezelfde huisarts heeft, hoe langer zijn of haar levensverwachting. We hebben nog niet alle factoren in beeld die daarbij een rol spelen, maar weten wel dat continuïteit van zorg cruciaal is. En juist díé staat al lange tijd onder druk. In plaats van een toename van continuïteit van zorg, zien we meer versnippering van zorg.
Ruim 100 jaar geleden werd de Nederlandsche Verplegers Vakvereeniging (NVV) opgericht.
Continuïteit in de zorg rondom bewegen is belangrijk om functieverlies van ziekenhuispatiënten tegen te gaan. Bewegingsgerichte zorg voorkomt dat iedere verpleegkundige een eigen aanpak hanteert.
‘Goede zorg begint en stopt niet bij de deuren van ons ziekenhuis. Goede zorg leveren we samen met alle organisaties en mensen om ons heen.’ Dit bewustzijn is binnen het LUMC breed aangewakkerd met het programma Academische Verpleegkunde.
Bij een patiënt na een beroerte moeten zorgverleners zich niet alleen richten op wat zij zelf doen. Ze dienen ook aandacht te hebben voor de andere zorgmomenten in het revalidatieproces én het dagelijks leven van de patiënt.
Een langdurige relatie tussen patiënt en zorgverlener wordt steeds minder vaak mogelijk. Dat dwingt ons het concept continuïteit van zorg opnieuw betekenis te geven.