Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column | Cecile aan de Stegge

Verpleegkundige intervisie

Verpleegkundig leiderschap in de geschiedenis. Dat is de naam van mijn jaarlijkse gastcollege aan studenten van Hogeschool Rotterdam. Op 6 december 2021 heb ik dit weer gegeven. Tijdens het college illustreerde ik tevens de invloed die technologische ontwikkelingen doorgaans hebben op de werkzaamheden van verpleegkundigen.

Functiedifferentiatie

Aan het eind vroeg ik over welk onderwerp de studenten graag een historische column zouden lezen. Zij noemden het thema ‘intervisie’, omdat allen op hun stageafdeling betrokken zijn bij proeftuinen functiedifferentiatie.

Deze projecten noodzaken volgens hen tot goede communicatie tussen verpleegkundigen. Vooral bij meningsverschillen of onduidelijkheden inzake de directe patiëntenzorg bestaat behoefte aan intervisie. ‘Is een dergelijke behoefte ook in de geschiedenis te vinden?’, vroegen zij.

‘Telkens moeten wij ons betrappen op fouten’

Het antwoord: ja! Al in 1941 verzuchtte psychiatrisch verpleger Jac Clay, beschikkend over ruim 25 jaar ervaring, in een opstel: ‘Een verpleger die eenmaal zijn plek heeft gevonden beleeft zoo weinig. Hij volgt geen cursus meer. Populaire vakliteratuur is hem weinig bekend of bestaat misschien niet eens. Van andere inrichtingen weet hij weinig.

Vergelijkingen kan hij niet maken. Zoo neigt zijn blik tot verstarring. […] Telkens moeten wij ons betrappen op fouten. […] Wij zijn daar, om het lot van patiënten te verzachten.’ Clay had behoefte zijn verpleegkundig handelen te toetsen aan dat van collega’s in andere zorginstellingen. Helaas voor de psychiatrisch verpleger werd deze oproep niet opgepikt, al werd zijn mooie opstel beoordeeld met een tien.

Verdieping

Ruim veertig jaar later, in 1984, introduceren vier in 1980 afgestudeerde hbo-verpleegkundigen de term ‘intervisie’ in het januarinummer van TvZ. Zij schreven al sinds 1980 maandelijks vrijwillig een ‘intervisiebijeenkomst’ van twee uur te houden, onder meer om werkervaringen uit te wisselen en elkaar te helpen bij de overgang van opleiding naar praktijk.

Na drie jaar keken zij hier positief op terug, al wisten ze niet zeker of ze zonder deze intervisie ánders gewerkt zouden hebben. Een zekere Marina Witvliet, ook hbo-verpleegkundige, reageerde in het aprilnummer van 1984 (213-214). Zij stelde dat ‘intervisie leidt tot een verdieping van je eigen “verpleegkundige zijn” op de afdeling’. Een volgende keer ga ik dieper in op de herkomst van intervisie.

Cecile aan de Stegge, Verpleegkundige, gepromoveerd op historisch onderzoek, werkzaam bij de Faculteit voor Gezondheidszorg Hogeschool Leiden